- Fiets alleen daar waar het is toegestaan.
- Respecteer de natuur: plant én dier.
- Fiets in kleine groepjes.
- Waarschuw anderen tijdig en vriendelijk.
- Benader anderen en drukke punten stapvoets.
- Voorkom onnodig remmen, spaar de ondergrond.
- Maak geen onnodig lawaai.
- Laat geen afval achter.
- Wees vriendelijk, geef elkaar de ruimte en minder vaart.
- Voel je verantwoordelijk voor je eigen gedrag richting natuur en haar gebruikers.
- Durf een ander aan te spreken op zijn gedrag.
- Sportief bewegen in de natuur doe je veilig, draag bescherming.
Basisafspraken rijden in een groep
- Iedereen wordt geacht te fietsen op een goed onderhouden fiets.
- Er wordt als groep gereden. Dus samen uit, samen thuis.
- Sporters houden een onderlinge afstand van minimaal 3 tot 5 fietslengtes.
- Er wordt rekening gehouden met nieuwe deelnemers in de groep.
- De voorste fietsers waarschuwen andere weggebruikers tijdig en vriendelijk.
- Het tempo van de groep wordt bepaald door de minste snelle sporter.
- Bij een klim wachten we bovenaan tot de laatste boven is (niet meteen weer vertrekken, dun ook de laatste dat hij/zij op adem komt).
- Er wordt altijd met de handen op of bij de remmen gereden.
- Je voert niet rijdend, achterom kijkend een gesprek.
- Nooit abrupt van richting veranderen of remmen, maar langzaam uitrijden.
- Niet mobiel bellen (of ander apparatuur bedienen) tijdens het fietsen.
- Wees alert en blijf geconcentreerd.
- Elke sporter wordt geacht persoonlijke gegevens (identificatie) bij zich te dragen.
- Bij pech (bijvoorbeeld lek) rijdt iedereen naar een veilige plek. Ga, indien mogelijk, van de weg of fietspad af. Er wordt gewacht en geholpen bij de reparatie.
- De activiteiten zijn geen wedstrijden, je houdt je aan de verkeersregels.
- Ga uit van groepen van maximaal 12 personen.
- Bij twijfel over de richting rustig rechtdoor fietsen (indien mogelijk).